25 jun ‘Het is oerstom als een tandarts fraudeert’
Fraude onder tandartsen komt nauwelijks voor, zegt voorzitter Rob Barnasconi van de tandartsvereniging NMT. “Als het uitkomt, kan het je praktijk enorm schaden.”
Rob Barnasconi is tandarts in Beverwijk en voorzitter van de vereniging van tandartsen
NMT. Hij weet niet of tandartsen soms te veel declareren, zegt hij. “Zorgverzekeraars zijn de enige die daar echt zicht op hebben.” Barnasconi reageert op een artikel in NRC Handelsblad, afgelopen zaterdag. Daarin stond dat tandartsen bij, de grootste zorgverzekeraar Achmea vorig jaar 1,1 miljoen euro onterecht hadden gedeclareerd. En dat de op een na grootste verzekeraar VGZ bij elf tandartsen samen een half miljoen ging terugvorderen. Er waren meer voorbeelden, van tandartsen die te veel sealden of te hoge tarieven berekenden. De tandartsvoorzitter gaat ervan uit dat fraude onder zijn 8.700 praktiserende leden nauwelijks voorkomt. Gewoon, omdat hij er niet van hoort en “omdat het oerstom is als een tandarts het doet. Als het uitkomt, kan het je praktijk enorm schaden. En het beschadigt de vertrouwensrelatie met je patiënt.”
Tandartsen frauderen niet?
“Dat weet ik dus niet. Ik ga ervan uit dat het minimaal gebeurt. Fraude is altijd foute boel. Sealen als dat volgens de richtlijn niet de bedoeling is? Niet doen, de afspraken zijn er niet voor niets. Een duur extractietarief als dat niet nodig is? Schandalig. Maar ik zeg ook: als je als tandarts iets kán declareren, dan moet je dat ook gewoon doen. Ik schets je een dilemma: stel, iemand schaatst en valt een hoekje van een voortand af. Ik maak een witte vulling en ben daar 20 minuten mee bezig. Een andere tandarts doet hetzelfde maar met een correctie van het tandvlees erbij – en is er drie kwartier mee bezig. Evengoed vakwerk, maar dat kost gewoon meer.”
Wat is het dilemma?
“Voor bijna alles wat je doet als tandarts kunje wel een code vinden. Er zijn bijna vierhonderd codes. De tandarts die er langer over doet en een stukje van het tandvlees weghaalt, declareert er bijvoorbeeld een bepaalde tandvleesbehandeling bij, dat mag. Maar dan nog compenseert het niet de extra tijd en materiaalgebruik. Wat doe je dan?”
Een lezer schreef: mijn tandarts liet ongevraagd zien hoe ik moet poetsen. Dat kostte 12,50.
“Ja, dat kan. Dat is het tarief voor vijf minuten mondhygiëne-instructie, het enige tarief dat per tijdseenheid gaat. Tandartsen moeten hun patiënten natuurlijk wel altijd vertellen wat ze waarom doen.”
De lezer schreef ook: als de garagehouder me vertelt hoe ik de olie moet verversen, betaal ik daar toch ook niet voor?
“Als we gaan vergelijken met de garage ken ik er nog wel een paar. Daar betaal je voor dingen die je nauwelijks kan controleren. De tandartsrekening kan je wel controleren. We hebben de site allesoverhetgebit.nl met uitleg over nota’s. We hebben een informatiepunt voor vragen over de rekening. Tandartsen hebben een klachtenregeling. En voor tandartsen zelf bestaat sinds kort een steunpunt waar ze klachten over collega’s kunnen melden.”
Wat levert dat op?
“In 2012 hebben tandartsen negen praktijken aangemeld. Bij drie is niet zorgvuldig gemeld. Soms wil een tandarts een concurrent een hak zetten. Bij de overige praktijken is een verbetertraject ingezet, dat loopt nog. Daarnaast stuurden patiënten 891 brieven naar de klachtenregeling van de NMT vorig jaar, iets meer dan in het jaar ervoor. Slechts 388 klachten zijn na uitleg van ons doorgezet en in 330 kwesties is bemiddeld.”
Hoeveel van al die klachten zijn gegrond verklaard?
“Negen.”
Hoe komt het dat praktijken waarvan elke tandarts weet dat je er niet moet zijn blijven bestaan?
“Het zijn de usual suspects, daar zijn er vijf of hooguit tien van in Nederland. We hebben er niet goed zicht op. Ik zou graag de sleutels willen hebben en de praktijken allemaal op slot draaien, we hebben er extreem veel last van. We hebben er laatst een geroyeerd. En ja, de twee praktijken in het artikel horen er ook bij. Over CDC in Best zijn al jaren klachten bekend. Over Rierink Tandartsen in Ede hoorde ik pas na het artikel dat er vaak gedoe mee is. Ik wil uitzoeken of dat klopt. Alleen, de NMT kan geen praktijken sluiten.”
Verzekeraars kunnen fraude niet bewijzen. De inspectie ontvangt geen klachten. Jullie kunnen niets doen. Intussen blijven patiënten er komen.
“De tandarts die we vorig jaar hebben geroyeerd, is een vrouw uit Noord-Holland. Het heeft ons jaren gekost om de praktijk opgedoekt te krijgen. We hebben het aangekaart bij de inspectie en de verzekeraars. De inspectie had eerst klachten nodig van patiënten. Van beide hoorden we steeds niets. Eindeloos gedoe. De zorgverzekeraars hebben niet voor niets van de toezichthouder en van de minister te horen gekregen dat ze hun controlerende taak onvoldoende uitoefenen.”
Vanwaar de animositeit tussen tandartsen en zorgverzekeraars?
“Het gaat niet om alle verzekeraars. Er is onder tandartsen een allergie ontstaan toen sommige verzekeraars al in 2011 riepen dat het experiment met vrije tandarts tarieven voor hogere kosten zou zorgen en dus zou mislukken. Het was de reden om premies van de aanvullende verzekeringen te verhogen en de aanspraken te verlagen. Ook willen verzekeraars via contracten bijvoorbeeld bepalen in welk laboratorium je kronen laat maken. En we vinden
dat verzekeraars verkeerde dingen verzekeren voor onze patiënten of juist verzuimen te verzekeren.”
Wat bedoelt u met het laatste?
“Stel, je struikelt en valt vier tanden uit je mond. Daar ben je meestal niet voor verzekerd, terwijl dát juist onvoorziene kosten zijn: Niet de vullingen en de periodieke controles. Dat is geen verzekeren, dat is financieren. Patiënten zijn meer kwijt aan hun aanvullende tandartsverzekering dan aan de feitelijk gemaakte tandartskosten. Stop dat geld maar in een oude sok, zeg ik dan. Het wordt tijd dat er nieuwe initiatieven komen op dit gebied.”
Bron: NRC Handelsblad, 08-06-2013